ECLI:NL:RBLIM:2023:2434

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
11 april 2023
Zaaknummer
C/03/313145 / HA ZA 23-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident over niet-ontvankelijkheid en rectificatie partijnaam in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 12 april 2023 een vonnis in incident gewezen. De zaak betreft een vordering van Nice Trading Company B.V. tegen Copenhagen Investment Service A/S, waarbij Nice Trading Company in het incident verzocht om Copenhagen Investment niet-ontvankelijk te verklaren. Nice Trading Company stelde dat Copenhagen Investment geen rechtspersoonlijkheid bezat en dat de dagvaarding niet correct was, omdat deze niet de juiste partij had aangeduid. Copenhagen Investment voerde aan dat zij wel degelijk rechtspersoonlijkheid had en dat de verkeerde aanduiding van de partijnaam een kennelijke vergissing was die gecorrigeerd kon worden.

De rechtbank oordeelde dat Copenhagen Investment inderdaad een rechtspersoon is naar Deens recht en dat de vordering tot niet-ontvankelijkheid werd afgewezen. Tevens werd geoordeeld dat de vergissing in de partijnaam tijdig kon worden hersteld, aangezien Nice Trading Company redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de dagvaarding aan haar was gericht. De rechtbank stond het verzoek tot rectificatie toe, waardoor de dagvaarding geacht werd te zijn uitgebracht aan Nice Trading Company B.V. De kosten van het incident werden toegewezen aan Nice Trading Company, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.

Dit vonnis benadrukt het belang van de juiste aanduiding van partijen in civiele procedures en de mogelijkheid tot rectificatie bij vergissingen, mits de wederpartij niet in haar belangen wordt geschaad. De rechtbank heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/313145 / HA ZA 23-16
Vonnis in incident van 12 april 2023
in de zaak van
de vennootschap naar Deens recht
COPENHAGEN INVESTMENT SERVICE A/S,
gevestigd te Klampenborg (Denemarken),
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. B.C.A. Reijnders te Venlo,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NICE TRADING COMPANY B.V.,
gevestigd te Venlo,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. Y.J.P. Janssen te Venlo.
Partijen zullen hierna Copenhagen Investment en Nice Trading Company genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
 de dagvaarding
 de conclusie van antwoord met vordering in incident
 de conclusie van antwoord in incident met verzoek tot rectificatie
 de akte rectificatie
 de akte eisvermindering van Copenhagen Investment
 de door Copenhagen Investment in het geding gebrachte (aanvullende) productie
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in het incident

2.1.
Nice Trading Company vordert in incident dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Copenhagen Investment niet-ontvankelijk verklaart met veroordeling van de raadsman van Copenhagen Investment in de werkelijke proces- en nakosten ex artikel 245 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) dan wel de proceskosten en nakosten conform liquidatietarief, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na dit vonnis indien betaling binnen de daarvoor bedoelde termijn uitblijft.
2.2.
Nice Trading Company legt hieraan ten grondslag dat uit de dagvaarding niet blijkt dat Copenhagen Investment rechtspersoonlijkheid bezit en zodoende bevoegd is om als procespartij in een civiele procedure op te treden. Verder legt Nice Trading Company hieraan ten grondslag dat Copenhagen Investment niet de juiste partij heeft gedagvaard. Immers heeft zij niet “Nice Trading Company B.V.” gedagvaard maar “NTC B.V.” en dat is geen bestaande rechtspersoon.
2.3.
Copenhagen Investment voert verweer. Zij is een onderneming naar Deens recht die rechtspersoonlijkheid bezit, getuige het (als productie 4 bij conclusie van antwoord en aanvullende productie) overgelegde uittreksel van het Deense Handelsregister en de Nederlandse vertaling daarvan. Waar zij NTC B.V. heeft gedagvaard in plaats van Nice Trading Company B.V. is sprake van een kennelijke vergissing die zich lopende deze procedure voor herstel leent, door middel van rectificatie. NTC is immers een handelsnaam van Nice Trading Company B.V. Zij verzoekt de rechtbank om haar in de gelegenheid te stellen te rectificeren en een herstelexploot uit te brengen.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling in het incident

Rechtsmacht

3.1.
Copenhagen Investment is gevestigd in Denemarken. Het geschil heeft derhalve internationale aspecten, zodat allereerst moet worden onderzocht of de Nederlandse rechter bevoegd is hiervan kennis te nemen.
3.2.
Nu partijen in de processtukken uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend een forumkeuze maken voor de Nederlandse rechter, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikelen 8 en 9 onder a Rv.
3.3.
De vorderingen van Copenhagen Investment zijn gericht tegen Nice Trading Company, die gevestigd is in Venlo, zodat de rechtbank Limburg, locatie Roermond, relatief bevoegd is.
3.4.
Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank voor wat betreft het procesrecht zijn eigen nationale procesrecht toepast conform artikel 10:3 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), ook wel genoemd de ‘lex fori regit processum’-regel.
3.5.
Voor het onderhavige incident geldt dan ook dat, ongeacht het toepasselijke recht in de hoofdzaak, de vraag of Copenhagen Investment (niet-)ontvankelijk is, beoordeeld dient te worden naar de regels van het Nederlandse procesrecht.
Rechtspersoonlijkheid
3.6.
Uitgangspunt is dat alleen natuurlijke personen en rechtspersonen als procespartij kunnen optreden (
ECLI:NL:HR:1983:AG4696 en ECLI:NL:HR:2016:2233).
3.7.
Getuige het overgelegde uittreksel uit het Deense Handelsregister (alsmede de Nederlandse vertaling hiervan) is Copenhagen Investment een rechtspersoon naar Deens recht in de rechtsvorm van een Aktieselskab (“A/S”), vergelijkbaar met een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Copenhagen Investment is aldus een onderneming die over rechtspersoonlijkheid beschikt, bevoegd om in rechte als procespartij op te treden. De vordering tot niet-ontvankelijkverklaring wordt dan ook afgewezen.
Gedagvaarde partij
3.8.
Wanneer een partij in de procedure niet op de juiste wijze is geduid kan een dergelijke vergissing naar vaste rechtspraak lopende de procedure worden hersteld als (i) de vergissing voor de gedaagde kenbaar was, (ii) de gedaagde niet wordt benadeeld of in zijn verdediging geschaad en (iii) rectificatie tijdig plaatsvindt (
ECLI:NL:HR:1998:ZC2798). De ratio van de deformaliseringstendens die hieraan ten grondslag ligt, is dat fouten en vergissingen niet tot fatale gevolgen behoren te leiden als de wederpartij door het herstel hiervan niet onredelijk in haar belangen wordt geschaad. Voorts dient zoveel mogelijk te worden beslist tussen de werkelijk belanghebbende partijen bij de rechtsbetrekking in een geschil (
ECLI:NL:HR:2013:1881). Voorwaarde is steeds dat sprake is van een vergissing en dat de wederpartij heeft begrepen of redelijkerwijs heeft moeten begrijpen ten verzoeke van wie de dagvaarding is uitgebracht (
ECLI:NL:HR:2009:BI4198). Het herstel dient er steeds toe om te voorkomen dat er een uitspraak wordt gedaan die is gesteld op naam van een verkeerde (rechts)persoon.
3.9.
Aan voormelde voorwaarden voor herstel is in dit geval voldaan. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Nice Trading Company op grond van de volgende feiten en omstandigheden begrepen althans redelijkerwijs moeten begrijpen dat sprake was van een vergissing en dat de dagvaarding aan “Nice Trading Company B.V.” was gericht. Getuige het als bijlage 1 bij de conclusie van antwoord overgelegde uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel is “NTC” een handelsnaam van “Nice Trading Company B.V.”. Copenhagen Investment heeft derhalve niet de verkeerde partij gedagvaard maar haar wederpartij onjuist geduid door in de kop van de dagvaarding niet de statutaire naam maar (een van) de handelsnaam te vermelden. Niet in geschil is dat tussen partijen één of meerdere overeenkomsten zijn gesloten en dat door Copenhagen Investment facturen aan Nice Trading Company zijn gestuurd. Evident is dat Copenhagen Investment haar contractspartij heeft willen dagvaarden, nu zij in de hoofdzaak betaling van facturen vordert verzonden (naar zij stelt) op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomsten. De facturen waarover partijen twisten zijn gericht aan NTC BV. In de aan de dagvaarding voorafgaande correspondentie tussen partijen – aangaande dit geschil – heeft gedaagde zichzelf bovendien als “NTC” dan wel “N.T.C.” geduid en heeft zij ook niet over de tenaamstelling van die facturen geklaagd.
3.10.
Voorts is niet gebleken dat Nice Trading Company door deze vergissing is benadeeld of in haar verdediging is geschaad. De dagvaarding is aan de juiste partij en op het juiste adres betekend en ondanks de verkeerde partijnaamaanduiding heeft mr. Janssen zich in deze procedure gesteld als advocaat van Nice Trading Company B.V. en reeds in die hoedanigheid verweer gevoerd in de hoofdzaak.
3.11.
Herstel van een onjuiste of onvolledige naamsvermelding kan ook plaatsvinden door middel van een verzoek tot wijziging van de naamsaanduiding na aanbrengen van de zaak (vgl. ECLI:NL:HR:2013:1881). De rechtbank stelt in dat kader vast dat dit verzoek tot rectificatie reeds onmiddellijk na ontdekking van de vergissing is ingediend en daarmee tijdig is gedaan. Aangezien de juiste partij, Nice Trading Company B.V., reeds in de procedure is verschenen, is het uitbrengen van een herstelexploot overbodig en volstaat de rectificatie van de partijnaam (vgl. ECLI:NL:HR:2013:13991). De rechtbank zal het verzoek tot rectificatie aldus toestaan dat de dagvaarding wordt geacht te zijn uitgebracht aan Nice Trading Company B.V.
3.12.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Nice Trading Company B.V. als eiseres in het incident en als gedaagde in de hoofdzaak geldt.
Proceskosten
3.13.
Nice Trading Company zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit incident worden veroordeeld. Deze kosten worden begroot op € 897,00 (1,5 punt x tarief II: € 598,00).

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
wijst de vorderingen van Nice Trading Company af;
4.2.
veroordeelt Nice Trading Company in de kosten van het incident, begroot op
€ 897,00;
in de hoofdzaak
4.3.
staat rectificatie toe in die zin dat als gedaagde partij in de hoofdzaak geldt “Nice Trading Company B.V.”;
4.4.
verwijst de zaak naar de rol van 26 april 2023 voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling;
4.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.M.G. Rulkens en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2023. [1]

Voetnoten

1.type: JC