Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Nivo Groep Zaandam B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
“BHV-Mobile.nl”. De functie van [verzoeker] is commercieel en administratief medewerker met een salaris van € 2.300,00 bruto per maand.
3.Het verzoek en het verweer
€ 9.171,89 bruto te betalen. Aan dat verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat het ontslag op staande voet van 6 april 2020 niet rechtsgeldig is, omdat een dringende reden daarvoor ontbreekt en omdat de dringende reden niet deugdelijk is meegedeeld.
4.De beoordeling
“BHV-Mobile.nl”, op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 1 juli 2010. In een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 22 augustus 2012, die een voortzetting is van de eerdere arbeidsovereenkomst(en), wordt als werkgever genoemd Nivo Groep Zuid Holland B.V.,
“handelend onder BHV-mobile.nl”. Op de zitting is vastgesteld dat er geen vennootschap bestaat met de naam Nivo Groep Zuid Holland B.V. Niet in geschil is dat [verzoeker] van 30 augustus 2012 tot in ieder geval 1 januari 2014 in dienst is geweest bij Nivo Groep Den Haag.
“BHV-Mobile Z-H”de toen bestaande arbeidsovereenkomst met Nivo Groep Den Haag verlengd tot 1 juli 2014. Die brief is ondertekend door [voornaam 2] (hierna: [voornaam 2] ), die destijds bestuurder was van Nivo Groep Zaandam en van Nivo Groep Den Haag, en ook nu nog bestuurder is van beide vennootschappen. De arbeidsovereenkomst is na 1 juli 2014 voortgezet.
“BHV Mobile NL”. Eerdergenoemde ontslagbrief van 6 april 2020 staat op briefpapier van
“REAXI”en
“Nivo Groep”, en is ondertekend door [voornaam 2] . Op een daaropvolgende brief van 9 april 2020 staat als werkgever
“BHV-Mobile.NL”en
“Nivo Groep”.
“BHV Mobile.nl”in de handelsnaam hebben staan, en dat zij eenzelfde bezoekadres, eenzelfde internetadres, eenzelfde e-mailadres, en eenzelfde bestuurder hebben, te weten [voornaam 2] .
Doeland/Veltmaat)). Daarbij is ook van belang of de wederpartij heeft begrepen of redelijkerwijs heeft kunnen begrijpen tot wie het verzoek zich beoogde te richten en of die wederpartij een te respecteren belang heeft bij haar beroep op de onjuiste naamsvermelding (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 22 juni 2007, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL:HR:2007: BA4122 en in NJ 2007/343 (
Fisser/Tycho)).
“alleen maar tegenwerking”zou hebben laten zien, maar welke feitelijke gedragingen of dringende reden daarmee wordt bedoeld, blijkt daaruit niet. Hetzelfde geldt voor de stelling in de ontslagbrief van 6 april 2020 dat [verzoeker] zich schuldig zou hebben gemaakt aan
“opdrachten negeren”en het doen van
“dingen die je niet mag doen”. Voor zover Nivo Groep Zaandam in dit kader heeft verwezen naar een gespreksverslag van 6 maart 2020, moet worden vastgesteld dat de inhoud van dit verslag is betwist door [verzoeker] , dat dit verslag kennelijk achteraf is opgemaakt en niet door [verzoeker] is ondertekend, zodat niet van de juistheid van dat verslag kan worden uitgegaan.
Buwa Schoonmaakdiensten) en de uitspraak van 26 september 2014, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl met nummer ECLI:NL:HR:2014:2806 (
Stichting Meridiaan)).
Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113). De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
€ 10.000,00 bruto, een bedrag gelijk aan ongeveer de helft van het inkomensverlies van [verzoeker] . Daarmee wordt [verzoeker] naar het oordeel van de kantonrechter ook in voldoende mate gecompenseerd. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 6 april 2020, zoals verzocht.
€ 720,00. Nivo Groep Zaandam wordt ook veroordeeld tot betaling van € 120,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [verzoeker] worden gemaakt.
5.De beslissing
€ 10.000,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 april 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
€ 9.171,89 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 mei 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;