Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Holland2Stay B.V.,
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
"the Landlord") is vermeld. In de huurovereenkomst wordt daarbij verder nog vermeld dat de Stichting wordt vertegenwoordigd door haar bestuurder (
"represented by its Director"): Holland2Stay BV. Ook wordt het nummer vermeld (55252753) waaronder de Stichting in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is geregistreerd. Holland2Stay BV is onder een ander nummer in het handelsregister ingeschreven (nr. 17131763).
"Holland2Stay"heeft ingeschreven en dat Holland2Stay BV als één van haar handelsnamen de naam
" [A] "heeft ingeschreven (zie prod. 15 bij akte van [eiser] ). De Stichting heeft vervolgens voor nog meer verwarring gezorgd door op 16 april 2018 aan [eiser] een e-mail te sturen met als onderwerp
(" [A] is now Holland2Stay"). In die e-mail wordt uitgelegd dat " [A] " verder gaat als "Holland2Stay" en deze verandering is ook op de website van Holland2Stay geplaatst (zie prod. 16 bij akte van [eiser] ). Hiermee is volgens [eiser] zoveel onduidelijkheid in het leven geroepen over wie als verhuurder heeft te gelden dat hij daaruit had mogen begrijpen dat Holland2Stay BV zijn nieuwe contractspartij was. Dat komt mede, doordat ook de correspondentie met [eiser] steeds vanuit Holland2Stay is gevoerd.
BVanderzijds altijd twee verschillende rechtspersonen zijn geweest en ook nu nog steeds zijn en ook onder afzonderlijke nummers in het handelsregister staan ingeschreven. Van een juridisch geschoolde gemachtigde kan worden verwacht dat hij (m.n. bij de Kamer van Koophandel) voldoende onderzoek doet naar de vraag welke rechtspersoon als de contractuele wederpartij van zijn cliënt moet worden aangemerkt.
volledigedoor haar gemaakte proceskosten zal worden afgewezen. Uit hetgeen hierboven in randnummer 4.3 is overwogen volgt, dat het mede Holland2Stay BV is geweest, ook in haar hoedanigheid van mede-bestuurder van de Stichting, die voor verwarring heeft gezorgd bij [eiser] en diens gemachtigde. Alleen al om die reden kan niet worden gezegd dat het instellen van de vordering door [eiser] tegen Holland2Stay BV achterwege had moeten blijven vanwege de evidente ongegrondheid daarvan.