ECLI:NL:RBDHA:2024:2063
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, op 15 februari 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Syrische nationaliteitdrager, had op 25 september 2023 in Nederland een asielaanvraag ingediend, nadat hij eerder op 16 augustus 2023 in Oostenrijk een verzoek om internationale bescherming had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft echter aangevoerd dat hij in Bulgarije slechte ervaringen heeft gehad, waaronder mishandeling en onmenselijke opvangomstandigheden, en dat daarom niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen en dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de opvang- en detentieomstandigheden in Bulgarije niet voldoen aan de internationale verplichtingen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens wordt eiser een proceskostenvergoeding van € 2.625,- toegekend. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, omdat het beroep gegrond is verklaard.