AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Asielaanvraag en systeemfouten in opvang- en detentieomstandigheden in Bulgarije
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Syrische nationaliteit, heeft op 30 mei 2023 in Nederland een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling. Eiser heeft echter ernstige zorgen geuit over de opvang- en detentieomstandigheden in Bulgarije, waaronder mishandeling en onmenselijke behandeling, en heeft verwezen naar rapporten die deze systeemfouten onderbouwen. De rechtbank heeft op 14 november 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de omstandigheden in Bulgarije en dat de argumenten van eiser, ondersteund door objectieve informatie, niet adequaat zijn weerlegd. De rechtbank concludeert dat er aanknopingspunten zijn voor systeemfouten in de opvang- en detentieomstandigheden in Bulgarije, wat in strijd is met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de rechtbank nu beslist op het beroep van eiser.
De rechtbank heeft verweerder in de proceskosten van eiser veroordeeld tot een bedrag van € 2.511,-. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen, vooral in gevallen waar er ernstige zorgen zijn over de behandeling in het land van herkomst.
Voetnoten
1.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
2.Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013.
3.De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
7.Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie.
8.Verdrag betreffende de status van vluchtelingen.
9.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
10.zie het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 21 januari 2011, M.S.S. tegen België en Griekenland, ECLI:CE:ECHR:2011:0121JUD003069609.
11.Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof) van 19 maart 2019, Jawo, ECLI:EU:C:2019:218, punten 83-85.
12.Vergelijk het arrest van het Hof van 16 februari 2017, C.K., ECLI:EU:C:2017:127, punten 75-77.
13.ECLI:EU:C:2019:218, punten 91-93.
15.Zaaksnummer NL22.23119.
16.Zaaksnummer NL22.23958.
17.Zaaksnummer NL23.20061.
18.AIDA Country report: Bulgaria, 23 februari 2022, pagina 13.
19.AIDA Country report: Bulgaria, 30 maart 2023, pagina 76.
20.AIDA Country report: Bulgaria, 23 februari 2022, pagina 63.
21.AIDA Country report: Bulgaria, 30 maart 2023, pagina’s 14 en 15.
22.AIDA Country report: Bulgaria, 23 februari 2022, pagina 13 en AIDA Country report: Bulgaria, 30 maart 2023, pagina 15.
23.AIDA Country report: Bulgaria, 23 februari 2022, pagina 84.