Uitspraak
[eiser] , eiser en verzoeker (hierna: eiser)V-nummer: [v-nummer](gemachtigde: mr. F. Schüller)
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Inleiding1. Eiser heeft op 23 juni 2024 asiel aangevraagd, welke door verweerder niet in behandeling is genomen. Bij uitspraak van 21 augustus 2024 heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, het beroep van eiser gegrond verklaarden verweerder opgedragen een nieuw besluit op de aanvraag te nemen. Vervolgens heeft verweerder de aanvraag met het bestreden besluit van 30 augustus 2024 niet in behandeling genomen omdat Cyprus verantwoordelijk is voor de aanvraag.De rechtbank beoordeelt in deze uitspraak het beroep van eiser. De voorzieningenrechter beoordeelt in deze uitspraak het verzoek om een voorlopige voorziening.
Beoordeling door de rechtbank
Opvangvoorzieningen en leefomstandigheden4. Eiser voert aan dat niet kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Cyprus vanwege ernstige structurele tekortkomingen in de asielprocedure en opvangvoorzieningen. Eiser baseert zijn argumenten op het AIDA-rapport 2023 (update mei 2024) [9] en een e-mail van Corina Drousitou van de Cyprus Refugee Council [10] . Hieruit blijkt dat eind 2023 circa 25.000 asielzoekers in Cyprus verbleven, terwijl er slechts minder dan 3.000 opvangplekken beschikbaar waren. Hierdoor heeft 90% van de asielzoekers geen toegang tot opvang, wat volgens eiser aantoont dat er geen adequate opvang is. Ook stelt eiser dat de financiële toelage van maximaal € 361,- per maand onvoldoende is voor basisbehoeften. NGO's, zoals Caritas Cyprus, kunnen door administratieve obstakels zoals het vereiste van een huurcontract om huurbijdrage te ontvangen, niet voldoende hulp bieden. Eiser verwijst naar recente uitspraken van de rechtbank Den Haag, zittingsplaatsen Middelburg [11] en Haarlem [12] . In beide zaken werd geconcludeerd dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Cyprus niet geldt vanwege ernstige tekortkomingen in de opvangvoorzieningen en leefomstandigheden. Verder wijst eiser op problemen zoals het gebrek aan rechtsbijstand en detentieomstandigheden.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 30 augustus 2024;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op de aanvraag met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 2.625,- aan proceskosten aan eiser.