ECLI:NL:RBDHA:2024:17842
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen plaatsingsbesluit en vrijheidsbeperkende maatregel van asielzoeker in Handhavings- en Toezichtlocatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep van een eiser, een Iraakse asielzoeker, tegen een plaatsingsbesluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. Eiser was op 13 september 2024 geplaatst in een Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen, na een incident waarbij hij kokend water over een medebewoner had gegooid, wat leidde tot ernstige verwondingen. Eiser betwistte de motivering van het COa en de minister, en stelde dat de verklaringen van medebewoners niet betrouwbaar waren. De rechtbank oordeelde dat het COa voldoende gemotiveerd had gehandeld en dat de gedragingen van eiser als zeer ernstig werden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de vrijheidsbeperkende maatregel en het plaatsingsbesluit terecht waren opgelegd, en dat er geen aanleiding was voor een lichtere maatregel. Eiser's beroep tegen beide besluiten werd ongegrond verklaard. De rechtbank benadrukte dat de leefbaarheid en veiligheid in de HTL niet in strijd waren met de artikelen 3 en 8 van het EVRM, en dat de maatregel voldoende was gemotiveerd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.