ECLI:NL:RBDHA:2024:17548
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing naturalisatieverzoek op basis van taalanalyse en contra-expertise
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 augustus 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar naturalisatieverzoek beoordeeld. Eiseres, die de Soedanese nationaliteit claimt, had een verblijfsvergunning onder de Regeling Afwikkeling Nalatenschap Oude Vreemdelingenwet (Ranov) verkregen en diende op 23 december 2021 een verzoek tot naturalisatie in. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft dit verzoek afgewezen op 23 juni 2023, met een bevestiging van de afwijzing op 16 oktober 2023 na bezwaar van eiseres. De afwijzing was gebaseerd op twijfels over de identiteit en nationaliteit van eiseres, die voortkwamen uit een taalanalyse uitgevoerd in 2005, waaruit bleek dat eiseres niet eenduidig kon worden herleid tot de spraak- en cultuurgemeenschap van Soedan. Eiseres voerde aan dat de taalanalyse niet meer relevant was, omdat deze al weerlegd was door een contra-expertise uit 2017, maar de rechtbank oordeelde dat de twijfels over haar identiteit niet waren weggenomen. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat er gerede twijfel bestond over de identiteit en nationaliteit van eiseres, en dat eiseres niet had aangetoond dat zij in bewijsnood verkeerde. De rechtbank oordeelde ook dat eiseres niet gehoord hoefde te worden, omdat haar bezwaar kennelijk ongegrond was. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en kreeg eiseres geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten.