ECLI:NL:RBDHA:2024:17296
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening voor bijzondere bijstand opknap- en stofferingskosten
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 oktober 2024, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, die recentelijk is verhuisd en geen inkomen heeft door revalidatie na een auto-ongeluk, heeft bijzondere bijstand aangevraagd voor inrichtingskosten ter hoogte van € 7.100,-. Het college van burgemeester en wethouders heeft deze aanvraag afgewezen, met de argumentatie dat de kosten niet noodzakelijk zijn en uit het reguliere inkomen moeten worden betaald. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij in een kale woning verblijft zonder basisvoorzieningen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, gezien de omstandigheden van verzoeker. Tijdens de zitting heeft het college aangegeven dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven en dat er mogelijkheden zijn voor het verstrekken van bijzondere bijstand voor opknap- en stofferingskosten. De voorzieningenrechter heeft vervolgens geoordeeld dat verzoeker recht heeft op een voorschot van € 1.500,- voor deze kosten, terwijl het verzoek voor de overige kosten is afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat het college het griffierecht en de proceskosten aan verzoeker moet vergoeden.