Uitspraak
18 5105 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Participatiewet, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor inrichtingskosten na een verhuizing naar een grotere woning. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, omdat de appellant een lening had afgesloten bij de Kredietbank, die als een voorliggende voorziening werd beschouwd. De Raad oordeelde dat de appellant had moeten reserveren voor de verhuis- en inrichtingskosten en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de kosten noodzakelijk maakten. De Raad bevestigde dat de lening van de Kredietbank voldoende was om de inrichtingskosten grotendeels te dekken en dat de appellant geen recht had op bijzondere bijstand voor het bedrag dat boven de lening uitkwam. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.