ECLI:NL:RBDHA:2024:16641
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding in verband met WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding van een verzoeker die sinds 2009 arbeidsongeschikt is. De verzoeker had een WIA-uitkering aangevraagd, die op 15 september 2011 werd toegekend. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) had eerder in 2014 geoordeeld dat de ex-werkgever van verzoeker onvoldoende had gedaan aan re-integratie, maar de toekenning van de WIA-uitkering zelf bleef in stand. Verzoeker verzocht om schadevergoeding van € 72.979,16 netto, maar de rechtbank oordeelde dat er geen onrechtmatig besluit ten grondslag lag aan het verzoek. De rechtbank concludeerde dat verzoeker zijn WIA-uitkering zelf had aangevraagd en nooit om een herbeoordeling had gevraagd. De rechtbank vond geen bijkomende omstandigheden die een uitzondering op de rechtmatigheid van de WIA-uitkering rechtvaardigden. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, omdat er geen causaal verband was tussen de gestelde schade en een onrechtmatig besluit.