Datum uitspraak16 februari 2024Publicatiedatum16 februari 2024ZaaknummerNL23.13340, AWB 23.5290, AWB 23.7001, AWB 23.7002 en AWB 23.5267InstantieRechtbank Den HaagTypeUitspraakRechtsgebiedBestuursrecht; VreemdelingenrechtProcedures- Eerste aanleg - meervoudig
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Onrechtmatige vrijheidsontneming en schending van het recht op privéleven van asielzoeker in Handhaving- en toezichtlocatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een asielzoeker en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) over de rechtmatigheid van zijn plaatsing in een Handhaving- en toezichtlocatie (HTL) en de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregelen. De eiser, van Iraakse nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen de plaatsing in de HTL en de vrijheidsbeperkende maatregel die hem zijn vrijheid beperkte. De rechtbank oordeelde dat de plaatsing in de HTL op zich geen vrijheidsontneming opleverde, omdat de eiser de mogelijkheid had om de HTL voortijdig te verlaten. Echter, de rechtbank concludeerde dat de afname en inkijk van de telefoon van de eiser zonder wettelijke grondslag een schending van artikel 8 van het EVRM met zich meebracht. Dit leidde niet tot de onrechtmatigheid van de plaatsing in de HTL, maar de rechtbank oordeelde wel dat de plaatsingen van de eiser in de ROV-kamer als vrijheidsontneming moesten worden aangemerkt. De rechtbank vernietigde de ROV-maatregelen en kende de eiser een schadevergoeding toe van € 4.200,00 voor de onrechtmatige vrijheidsontneming. De rechtbank benadrukte het belang van deugdelijke kaders voor de opvang van asielzoekers en de noodzaak van een onafhankelijke klachtencommissie.
Voetnoten
2.Maatregelenbeleid COa maart 2022.
3.Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming van 26 juni 2013.
4.Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 14 mei 2020, FMS e.a., ECLI:EU:C:2020:367.
7.De brief van de Inspecteur-generaal Inspectie Justitie en Veiligheid aan de staatssecretaris met betrekking tot het door de inspectie Justitie en Veiligheid verrichte onderzoek naar de leefomstandigheden en de veiligheid op de handhaving- en toezichtlocatie (HTL) Hoogeveen van 12 oktober 2022.
8.De brief van de Inspecteur-generaal Inspectie Justitie en Veiligheid aan de staatssecretaris met betrekking tot het door de Inspectie Justitie en Veiligheid verrichte vervolgonderzoek naar onder andere de wettelijke basis geweldgebruik boa’s HTL van 27 maart 2023.
9.Zie uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 12 november 2019, C-233/18 (Haqbin).
10.Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens.
11.Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
12.De brief van de staatssecretaris betreffende de beleidsreactie op het onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid naar de leefomstandigheden en de veiligheid op de HTL van 13 oktober 2022.
13.De brief van de staatssecretaris betreffende de beleidsreactie op het onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid naar de leefomstandigheden en de veiligheid op de HTL van 5 april 2023.
14.Zie voor een overzicht van alle rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de
15.Inspectierapport van 12 oktober 2022.