Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 oktober 2023 met producties 1 tot en met 53;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties 1 tot en met 50;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte vermeerdering eis met producties 54 tot en met 63;
- het tussenvonnis van 3 juli 2024 waarin de datum voor de mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte vermeerdering van eis tevens akte overlegging producties 64 tot en met 68 van [de man] ;
- de antwoordakte op de eisvermeerderingen in conventie, tevens akte wijziging van eis in reconventie tevens akte overlegging producties 51 tot en met 65 van [de vrouw] ;
- de akte overlegging producties 69 tot en met 80 van [de man] .
2.De feiten
overige bijzonderheden” met de hand het volgende geschreven “
schilderwerk, lekkagesporen en gevel voegen zie vonnis regelen voor verkoop”.
Cliënte heeft op 20 juni 2023 de opdracht tot dienstverlening getekend (zie bijlage). Uw cliënt heeft vervolgens op 30 juni 2023 eenandereopdracht tot dienstverlening getekend (zie eveneens bijlage). Hierop zijn – zo heb ik begrepen – door uw cliënt met een pen diverse aantekeningen gemaakt, waaronder “schilderwerk, lekkagesporen en gevel voegen”.
De voorzieningenrechter:
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
welke ik op jou en de boedel heb uit hoofde van onze scheiding”. [de vrouw] heeft daarop bij e-mail van 10 april 2016 geantwoord dat zij de vorderingen die [de man] noemt niet erkent, en verwezen naar haar standpunten uit eerdere correspondentie. Hieruit kan de rechtbank geen andere conclusie trekken dan dat het voor [de vrouw] voldoende duidelijk was op welke vorderingen [de man] doelde en dat hij daarvan betaling verlangde. Dat betekent dat door die brief de verjaring is gestuit. Op de mondelinge behandeling van 13 augustus 2024 heeft [de vrouw] er nog op gewezen dat [de man] niet binnen zes maanden na de stuitingsbrief een dagvaarding heeft uitgebracht, maar de rechtbank is van oordeel dat [de man] hier ook niet toe gehouden nu door de stuiting de verjaringstermijn van vijf jaar opnieuw is aangevangen.
te veel betaalde aflossing” (pv 14 juni 2013, nr. 7) in de periode juli 2016 tot februari 2023. [de vrouw] is daarmee al voor de door haar te veel gedane aflossingen gecompenseerd. [de vrouw] heeft niet toegelicht hoe haar huidig verweer zich tot deze vergoeding verhoudt, terwijl dit wel op haar weg had gelegen.
binnen zeven dagen na heden” een schriftelijke bemiddelingsovereenkomst ondertekenen waarbij de makelaar zijn diensten verricht onder de voor een NVM-makelaar gebruikelijke voorwaarden en tarieven (nr. 2). Partijen verbeuren de contractuele boete van € 1.000 per dag indien zij geen medewerking verlenen aan de totstandkoming van de bemiddelingsovereenkomst, de koopovereenkomst en de leveringsakte (nr. 8).
.Volgens [de vrouw] heeft [de man] in de periode van 5 februari 2024 tot aan de dag van het vonnis in kort geding (25 maart 2024) de contractuele boete verbeurd omdat hij niet akkoord is gegaan met haar bod. De rechtbank verwerpt dit betoog.
binnen twee dagen nadat de makelaar partijen heeft uitgenodigd”. Het is tussen partijen niet in geschil dat de makelaar partijen vóór 25 maart 2024 geen dergelijk verzoek heeft gedaan. Van het verbeuren van een contractuele boete kan dan ook geen sprake zijn. Voor de stelling dat [de man] reeds een contractuele boete verschuldigd is omdat hij niet akkoord is gegaan met het bod van [de vrouw] van 5 februari 2024 bieden de door partijen gemaakte afspraken geen grondslag.
c) woonlasten € 6.200,86 +