ECLI:NL:RBDHA:2024:1210
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en gebruik van registertolk in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiseres had op 20 maart 2023 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de aanvraag. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen hiermee instemden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de staatssecretaris in stand blijft.
De rechtbank toetst of de staatssecretaris de aanvraag van eiseres terecht niet in behandeling heeft genomen. Dit wordt gedaan aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris op basis van de Dublinverordening de aanvraag niet in behandeling hoeft te nemen, omdat Kroatië heeft ingestemd met een verzoek om terugname. Eiseres betoogt dat er geen gebruik is gemaakt van een registertolk tijdens het aanmeldgehoor, wat volgens haar niet correct was. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd waarom een niet-registertolk is ingezet en dat er geen gebreken in de communicatie zijn aangetoond.
Daarnaast betoogt eiseres dat de staatssecretaris niet mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Kroatië, omdat er aanwijzingen zouden zijn voor onrechtmatige praktijken. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris terecht van dit beginsel mag uitgaan, aangezien er geen overtuigende bewijsstukken zijn over de beweerde schendingen van de rechten van Dublinclaimanten in Kroatië. De rechtbank concludeert dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar rechten in gevaar komen en dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling hoeft te nemen. De uitspraak wordt openbaar gemaakt en er wordt informatie gegeven over de mogelijkheid van hoger beroep.