ECLI:NL:RBDHA:2024:11685
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het vreemdelingenrecht met betrekking tot zicht op uitzetting naar Marokko
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 16 juli 2024, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 2 mei 2024 en eerder getoetst in een uitspraak van 17 mei 2024. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Pater, heeft aangevoerd dat de minister van Asiel en Migratie had kunnen volstaan met een lichter middel, zoals een meldplicht, en dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko is. De rechtbank oordeelt echter dat de minister voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat het zicht op uitzetting ontbreekt. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af en verklaart het beroep ongegrond.