In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 13 februari 2024, wordt het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot verlenging van de maatregel van bewaring van de eiser beoordeeld. De maatregel van bewaring was oorspronkelijk opgelegd op 8 juli 2023 en werd op 26 december 2023 met maximaal twaalf maanden verlengd. De rechtbank behandelt het beroep van de eiser, die via een beeldverbinding aanwezig was, en zijn gemachtigde, mr. N.C. Blomjous, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris, mr. S. Bozkurt.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de maatregel van bewaring rechtmatig heeft verlengd. De rechtbank stelt vast dat de gronden voor de bewaring, zoals eerder vastgesteld, nog steeds van toepassing zijn. Eiser heeft niet inhoudelijk betwist dat hij niet beschikt over een geldig document voor grensoverschrijding en niet meewerkt aan de verkrijging daarvan. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld in het proces van uitzetting, ondanks de argumenten van eiser dat er eerder een vlucht had kunnen worden geboekt.
De rechtbank wijst het beroep van eiser af en verklaart het verzoek om schadevergoeding ongegrond. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.