Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juli 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Turkse nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend. De minister van Asiel en Migratie had het verzoek niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat zijn bijzondere individuele situatie onvoldoende is meegewogen. Tijdens de zitting op 28 juni 2024 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest.
De rechtbank heeft overwogen dat de eiser niet tijdig beroep had ingesteld, maar dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar was. Eiser beroept zich op het arrest C.K. en het Tarakhel-arrest, waarin wordt gesteld dat voor kwetsbare personen aanvullende garanties moeten worden gevraagd aan de ontvangende lidstaat. Eiser stelt dat hij psychische klachten heeft en dat zijn overdracht naar Kroatië onaanvaardbare gevolgen voor zijn gezondheid kan hebben. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd dat zijn gezondheid in gevaar komt bij overdracht naar Kroatië. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische zorg in Kroatië beschikbaar is en dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom er geen bijzondere kwetsbaarheid is.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij heeft geoordeeld dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling wordt genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.