ECLI:NL:RBDHA:2024:10382
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet en de vraag naar terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 16 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn over de toekenning van een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet. Eiseres had een aanvraag ingediend voor bijstand met terugwerkende kracht over de periode van 21 april 2022 tot 13 juni 2022, maar deze aanvraag werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de bijstandsverlening in beginsel pas ingaat op de datum van de aanvraag, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigen. Eiseres stelde dat zij door onjuiste informatie van verweerder was afgehouden van het indienen van een eerdere aanvraag. De rechtbank oordeelde echter dat niet aannemelijk was gemaakt dat eiseres niet eerder had kunnen aanvragen en dat de verplichting om partneralimentatie te eisen terecht was opgelegd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiseres af.