ECLI:NL:RBDHA:2024:10177
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.S. Gaastra
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het voortduren van de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 26 april 2024 en eerder getoetst in een uitspraak van 14 mei 2024. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 27 juni 2024 gesloten en bepaald dat de zaak niet op zitting wordt behandeld. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat het voortduren van de inbewaringstelling rechtmatig is. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft voldoende voortvarend gehandeld, ondanks de argumenten van eiser dat er onvoldoende zicht op uitzetting zou zijn. De rechtbank stelt vast dat er wel degelijk zicht op uitzetting naar Algerije bestaat, en dat de staatssecretaris niet gehouden is om meer handelingen te verrichten gezien de relatief korte duur van de inbewaringstelling en de niet meewerkende houding van eiser. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.