In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. C.M. Suurmeijer-Wawoe, in beroep ging tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev. Het bestreden besluit, genomen op 9 maart 2023, hield in dat de aanvraag van de eiser voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling werd genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft het beroep op 4 april 2023 behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk.
De rechtbank overweegt dat de Staatssecretaris niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar de opvangomstandigheden in Italië, ondanks de recente ontwikkelingen die wijzen op fundamentele tekortkomingen in de opvangvoorzieningen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat Italië momenteel niet kan voldoen aan de verplichtingen uit de Opvangrichtlijn. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsvereiste, en vernietigt het besluit. De rechtbank draagt de Staatssecretaris op om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak. Tevens wordt de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de eiser, vastgesteld op € 1.674,-.