ECLI:NL:RBDHA:2023:5491

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 maart 2023
Publicatiedatum
18 april 2023
Zaaknummer
22/317
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning AOW-pensioen en duurzaam gescheiden leven

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een AOW-pensioen aan eiser, die aanvoerde dat hij duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote. Eiser had op 23 september 2021 een AOW-pensioen aangevraagd, maar de Sociale Verzekeringsbank (Svb) kende hem een pensioen toe naar de norm van een gehuwde pensioengerechtigde, omdat volgens de Svb geen sprake was van duurzaam gescheiden leven. Eiser en zijn echtgenote woonden sinds hun huwelijk op 14 augustus 2010 permanent op verschillende adressen, met eiser in Nederland en zijn echtgenote in Indonesië. Eiser was het niet eens met het besluit van de Svb en heeft hiertegen beroep ingesteld.

De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 februari 2023, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de Svb. De rechtbank overwoog dat, hoewel eiser en zijn echtgenote al lange tijd van elkaar gescheiden woonden, er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven. De rechtbank baseerde deze conclusie op de mate van onderling contact en de financiële verstrengeling tussen eiser en zijn echtgenote. Eiser had regelmatig telefonisch contact met zijn echtgenote en had ervoor gezorgd dat zij bij zijn overlijden zou kunnen beschikken over zijn nabestaandenpensioen. Dit alles wees erop dat er nog steeds een band tussen hen bestond, wat in strijd was met de definitie van duurzaam gescheiden leven.

De rechtbank concludeerde dat niet aan de voorwaarden voor duurzaam gescheiden leven was voldaan, zoals gedefinieerd door de Centrale Raad van Beroep. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat de Svb op goede gronden het AOW-pensioen naar de norm van een gehuwde pensioengerechtigde had toegekend. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 maart 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/317

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 maart 2023 in de zaak tussen

[eiser], wonende te [woonplaats], eiser(gemachtigde: R. Thiele)

en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (de Svb), verweerder

(gemachtigde: P. van der Voorn).

Procesverloop

Bij besluit van 7 oktober 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiser met ingang van 17 november 2020 een AOW-pensioen naar de norm van een gehuwde pensioengerechtigde toegekend.
Bij besluit van 24 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het door eiser ingediende bezwaar tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op de zitting van 16 februari 2023 behandeld.
Eiser en zijn gemachtigde zijn verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser heeft op 23 september 2021 een AOW-pensioen aangevraagd. Hij heeft daarbij opgegeven dat zijn echtgenote en hij na het sluiten van hun huwelijk op
14 augustus 2010 permanent op verschillende adressen hebben gewoond. Verweerder heeft hem echter bij het primaire besluit een AOW-pensioen naar de norm van een gehuwde pensioengerechtigde toegekend.
2. Bij het bestreden besluit is eisers bezwaar ongegrond verklaard. Verweerder heeft zich kort gezegd op het standpunt gesteld dat geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, aangezien de mate van onderling contact en de financiële verstrengeling tussen eiser en zijn echtgenote daaraan in de weg stonden. Verweerder wijst er daarbij op dat beiden regelmatig telefonisch contact hadden en dat eiser - door partnerregistratie bij het pensioenfonds ABP en door inschrijving van het Indonesische huwelijk in de gemeente Den Haag - heeft willen bewerkstelligen dat zijn echtgenote bij diens overlijden zou kunnen beschikken over nabestaandenpensioen.
3. Eiser kan zich niet verenigen met het bestreden besluit. Hij voert aan dat
in de periode voorafgaand aan de echtscheiding (mei 2022) sprake is geweest van duurzaam gescheiden leven. Zijn echtgenote en hij hebben immers na het huwelijk niet hun hoofdverblijf in dezelfde woning gehad. Zij woonde sindsdien in Indonesië en hij in Nederland. Dat zij als partners geregistreerd stonden bij het pensioenfonds ABP kon verweerder bij het niet aannemen van duurzaam gescheiden leven niet meewegen, omdat financiële verstrengeling geen onderdeel is van haar beleid op dat punt.
4. Verweerder is in het verweerschrift en ter zitting bij het standpunt gebleven dat
geen sprake was van duurzaam gescheiden leven.
5. De rechtbank komt tot de volgende beoordeling.
6. Op grond van artikel 1, derde lid, aanhef en onder b, van de Algemene Ouderdomswet (AOW) wordt voor de toepassing van de AOW als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.
7. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) legt het begrip duurzaam gescheiden leven als volgt uit (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 24 juni 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1453). Gehuwde mensen leven pas duurzaam gescheiden als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
a. a) ten minste één van hen wil de huwelijkse samenleving verbreken;
b) ieder van hen leidt afzonderlijk een eigen leven alsof hij of zij niet met de ander is gehuwd;
c) ten minste één van hen bedoelt deze situatie als blijvend.
Of aan deze voorwaarden wordt voldaan, moet blijken uit de feitelijke omstandigheden.
Daarvoor is niet voldoende dat betrokkenen hun hoofdverblijf niet hebben in dezelfde woning. De huwelijkse samenleving kan immers bestaan zonder dat de echtgenoten samenwonen. Voor de beoordeling of mensen duurzaam gescheiden leven is verder niet van belang om welke redenen zij de huwelijkse samenleving niet (of nog niet, niet meer of niet opnieuw) hebben verbroken.
8.1
De rechtbank onderkent dat eiser en zijn echtgenote ten tijde van het bestreden besluit al ruim elf jaar ver van elkaar vandaan woonden en dat het vanwege verschillende oorzaken niet aannemelijk was dat zij nog naar elkaar toe zouden reizen. De rechtbank is echter van oordeel dat geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, zodat verweerder eiser op goede grond een AOW-pensioen naar de norm van een gehuwde pensioengerechtigde heeft toegekend. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
8.2
Verweerder heeft ten eerste op goede gronden geoordeeld dat de mate van onderling contact in de weg stond aan het aannemen van duurzaam gescheiden leven. Immers, uit het dossier en hetgeen eiser op zitting heeft verklaard blijkt dat er tussen beiden een goede onderlinge band was, die eiser en zijn echtgenote op basis van hun geloof ook wilden voortzetten. Hoewel ten tijde van het bestreden besluit vanwege gezondheids- en financiële redenen niet aannemelijk was dat zij nog naar elkaar toe zouden (blijven) reizen, spraken zij elkaar destijds telefonisch één keer per week of soms één keer in de twee weken.
8.3
Verweerder heeft ook op goede gronden geoordeeld dat de financiële verstrengeling tussen eiser en zijn echtgenote eveneens in de weg stond aan duurzaam gescheiden leven. Hoewel - zoals eiser terecht heeft aangevoerd - financiële verstrengeling niet als zodanig werd genoemd in de toepasselijke beleidsregel van verweerder “Huwelijk en duurzaam gescheiden leven” (SB1002) zoals deze ten tijde van het bestreden besluit gold, kan financiële verstrengeling wel degelijk een reden zijn voor het oordeel dat geen sprake is van duurzaam gescheiden leven (vergelijk CRvB 29 juni 2021 (ECLI:NL:CRVB:2021:1607), 8 juli 2021 (ECLI:NL:CRVB:2021:1778) en 14 april 2022 (ECLI:NL:CRVB:2022:821). In de laatstgenoemde uitspraak betrok de CRvB bij dat oordeel ook (zie r.o. 4.3) dat betrokkene een deel van zijn pensioen betaalde aan de echtgenote. Dat beschouwde de CRvB als een vorm van zorg aan haar en als een manier om te profiteren van financiële gevolgen van het huwelijk. De rechtbank stelt op grond van het dossier en hetgeen eiser daarover op zitting heeft verklaard vast dat eiser en zijn echtgenote ten tijde van het bestreden besluit als partners bij het pensioenfonds ABP stonden geregistreerd, opdat eisers (nabestaanden)pensioen in geval van diens (eventuele eerdere) overlijden ten goede zou komen aan zijn echtgenote. Met datzelfde doel heeft hij het Indonesische huwelijk in de gemeente Den Haag laten inschrijven. Naar eigen zeggen heeft eiser er vanuit zijn christelijke overtuiging bewust voor gekozen om het nabestaandenpensioen te handhaven in plaats van dit om te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen voor zichzelf. De rechtbank is - in de lijn van de laatstgenoemde uitspraak van de CRvB - van oordeel dat eisers handelen op dit punt is te beschouwen als een vorm van (weliswaar uitgestelde en voorwaardelijke) zorg aan zijn echtgenote, waardoor (op termijn) mogelijk zou kunnen worden geprofiteerd van de financiële voordelen van het huwelijk.
9. Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank niet voldaan aan de onder 7 besproken voorwaarde voor duurzaam gescheiden leven, inhoudende dat ieder van de gehuwde mensen afzonderlijk een eigen leven leidt alsof hij of zij niet met de ander is gehuwd.
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.R. van Hattum, rechter, in aanwezigheid van
mr. L. Lemmen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 maart 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.