In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een minderjarige, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië volgens de Dublinverordening verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 21 februari 2023 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder de twijfel over haar geregistreerde leeftijd in Italië en de tijdigheid van het claimverzoek, zorgvuldig overwogen.
De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris ten onrechte heeft aangenomen dat Italië verantwoordelijk is voor de asielaanvraag, omdat er twijfels zijn over de opvangsituatie in Italië en de registratie van de leeftijd van eiseres. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd dat de overdracht aan Italië mogelijk is, gezien de recente circular letter van de Italiaanse overheid die aangeeft dat Italië niet kan voldoen aan zijn opvangverplichtingen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de Staatssecretaris op om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak van de rechtbank. Tevens wordt de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.674,00.