Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 17 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 21 april 2022 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 8 december 2022 een inwilligend besluit genomen op de aanvraag, maar eiseres heeft aangegeven haar beroep te handhaven. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, nu de asielaanvraag is ingewilligd, eiseres geen procesbelang meer heeft in het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit. Eiseres heeft echter haar beroep willen handhaven voor zover verweerder in het besluit van 8 december 2022 heeft geconcludeerd dat de ingebrekestelling prematuur was. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de beslistermijn, die op 21 oktober 2022 zou eindigen, rechtsgeldig was en dat de ingebrekestelling van 1 november 2022 te vroeg is ingediend.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag niet-ontvankelijk is. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op 6 april 2023.