ECLI:NL:RBDHA:2023:4276

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 februari 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
NL22.26652
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en Dublinverordening: Medische omstandigheden en interstatelijk vertrouwensbeginsel

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Eritrese vrouw, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, had de aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. Tijdens de zitting op 9 februari 2023 heeft eiseres aangevoerd dat Italië niet langer kan worden vertrouwd om haar asielaanvraag op een humane manier te behandelen, gezien de omstandigheden in Italië en haar persoonlijke situatie, waaronder een trauma dat zij daar heeft opgelopen.

De rechtbank overwoog dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, wat inhoudt dat Nederland erop mag vertrouwen dat Italië zich houdt aan zijn verplichtingen onder het Unierecht en mensenrechtenverdragen. Eiseres heeft echter niet voldoende bewijs geleverd dat Italië in haar geval niet aan deze verplichtingen zal voldoen. De rechtbank concludeerde dat de enkele omstandigheid dat Italië niet tijdig op het overnameverzoek heeft gereageerd, niet voldoende is om aan te nemen dat Italië zich niet aan internationale verplichtingen zal houden. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat de medische omstandigheden van eiseres niet zodanig zijn dat zij niet in Italië behandeld kan worden.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat er geen reden was om af te wijken van de vaststelling dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat verweerder geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres heeft de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.26652

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. T.R. Hüpscher),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: F. Saglik).

Procesverloop

Bij besluit van 27 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 9 februari 2023 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Solomon. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiseres is geboren op [geboortedag] 1987 en heeft de Eritrese nationaliteit. Zij heeft een asielaanvraag in Nederland ingediend.
2. In het bestreden besluit heeft verweerder die asielaanvraag niet in behandeling genomen [1] omdat op grond van de Dublinverordening [2] is vastgesteld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. In dit geval heeft Nederland bij Italië een verzoek om overname gedaan. Italië heeft hierop niet tijdig gereageerd, waarmee de verantwoordelijkheid van Italië vaststaat.
Wat vindt eiseres in beroep?
3. Eiseres vindt dat verweerder met betrekking tot Italië niet langer kan uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, wat blijkt uit de feiten dat Italië niet heeft geantwoord op het claimverzoek vanuit Nederland en dat de Italiaanse autoriteiten in een brief hebben gesteld dat Dublinoverdrachten op dit moment geen doorgang kunnen vinden. In dat kader verwijst eiseres naar verschillende rechtbankuitspraken van andere zittingsplaatsen. [3] Ook voert eiseres aan dat zij in Nederland onder specialistische behandeling staat voor een trauma dat zij in Italië heeft opgelopen, welke behandeling eiseres in Italië niet zal kunnen krijgen en wat maakt dat bij haar sprake is van bijzondere kwetsbaarheid. [4] Zij vreest bij terugkeer naar Italië dat haar verkrachter haar zal proberen te vinden.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Interstatelijk vertrouwensbeginsel
4. In Dublinzaken geldt het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit houdt in dat verweerder er als uitgangspunt op mag vertrouwen dat andere lidstaten zich houden aan hun verplichtingen op grond van het Unierecht en mensenrechtenverdragen. De hoogste bestuursrechter heeft geoordeeld dat dit uitgangspunt op Italië van toepassing is. [5] Het ligt daarom op de weg van eiseres om aannemelijk te maken dat dit in haar geval niet kan.
5. Hierin is eiseres niet geslaagd. De enkele omstandigheid dat Italië niet heeft gereageerd op het overnameverzoek vanuit Nederland, maakt niet dat geconcludeerd kan worden dat Italië zich niet zal houden aan internationale verplichtingen. Dit geldt eveneens voor de brief van de Italiaanse autoriteiten van 5 december 2022 waarin wordt gevraagd om tijdelijk geen Dublinclaimanten over te dragen aan Italië. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat dit verzoek een feitelijk overdrachtsbeletsel betreft, dat niet afdoet aan de rechtmatigheid van de vaststelling van de verantwoordelijkheid van Italië voor het asielverzoek van eiseres. Dat op dit moment geen vreemdelingen kunnen worden overgedragen aan Italië, betekent namelijk niet dat dit ook in de toekomst niet mogelijk is.
Medische omstandigheden
6. Verweerder heeft ook in de medische omstandigheden van eiseres geen aanleiding hoeven zien om haar asielaanvraag aan zich te houden. [6] Uit het in beroep overgelegde medisch dossier blijkt dat eiseres afspraken heeft met een GGZ-verpleegkundige en medicatie krijgt voorgeschreven in verband met PTSS-klachten. Hierover heeft verweerder in het bestreden besluit terecht gesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat Nederland het meest geschikte land is om eiseres te behandelen, dan wel dat eiseres in Italië niet dezelfde medische behandeling zal kunnen verkrijgen. Alhoewel eiseres op zitting heeft verklaard dat zij inmiddels (meestal) elke twee weken een sessie heeft met een psychiater en zij dus onder specialistische behandeling staat, maakt die omstandigheid voorgaande conclusie niet anders. Daargelaten dat eiseres haar verklaring op zitting niet met bewijsstukken heeft onderbouwd, heeft eiseres ook in het geval zij in haar verklaringen gevolgd zou worden niet aannemelijk gemaakt dat zij deze specialistische medische behandeling niet ook in Italië kan ondergaan. Verweerder mag er op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel namelijk vanuit gaat dat de medische voorzieningen in Italië vergelijkbaar zijn met die in Nederland, en dat eiseres als er een probleem ontstaat, kan klagen bij de Italiaanse autoriteiten. Zij heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat haar medische situatie als gevolg van een overdracht aan Italië achteruit zal gaan. De begrijpelijke angst die eiseres heeft voor de persoon die verantwoordelijk is voor het gestelde misbruik, leidt niet tot een ander oordeel.
7. Het betoog dat eiseres bijzonder kwetsbaar is, zoals bedoeld in het arrest Tarakhel, slaagt naar het oordeel van de rechtbank niet. Volgens vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechter [7] ligt het op de weg van eiseres om te bewijzen dat er sprake is van die kwetsbaarheid, waarna het aan verweerder is om op basis van de verklaringen van eiseres en de door haar overgelegde stukken te beoordelen of hiervan sprake is. De rechtbank is van oordeel dat alhoewel sprake is van een medische behandeling vanwege de omstandigheid dat eiseres slachtoffer van misbruik is, uit de door eiseres overgelegde stukken niet volgt dat zij, zonder aanvullende individuele garanties, geen adequate zorg- en opvangvoorzieningen zal krijgen in Italië. Gelet op deze conclusie treft ook de verwijzing van eiseres naar het SFH-rapport van 17 februari 2022 [8] geen doel, aangezien de aangehaalde conclusies met name zien op de terugkeer van kwetsbare personen.
Herhalen zienswijze
8. Eiseres heeft verder verzocht om haar zienswijze als letterlijk herhaald en ingelast te beschouwen. Verweerder heeft in het bestreden besluit op die zienswijze gereageerd. Voor zover eiseres in beroep niet heeft aangegeven waarom die reactie van verweerder tekortschiet, kan de beroepsgrond hierom al niet slagen.
Wat is de conclusie?
9. Het beroep is ongegrond.
10. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Biever, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Petersen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
2.Verordening (EU) nr. 604/2013 (Dublinverordening).
3.Namelijk de uitspraak van rechtbank Utrecht van 29 december 2022 (NL22.24566), de uitspraak van rechtbank Utrecht van 13 januari 2023 (NL22.26182), de uitspraak van rechtbank Roermond van 30 januari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:838, en de uitspraak van rechtbank Den Bosch van 11 januari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:139.
4.Volgens het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 4 november 2014 in de zaak Tarakhel tegen Zwitserland, nr. 29217/12 (het arrest Tarakhel).
5.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 10 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:49, 24 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1788, en 26 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2497.
6.Op grond van artikel 17 van de Dublinverordening.
7.Zie de uitspraak van de Afdeling van 23 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:223.
8.Zie het rapport over de situatie voor asielzoekers en statushouders met geestelijke gezondheidsproblemen in Italië van de Swiss Refugee Council (SFH/OSAR) van 17 februari 2022.