AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beoordeling van het beroep inzake niet tijdig beslissen op een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 17 maart 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had op 23 juni 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid in het kader van nareis bij haar echtgenoot. De staatssecretaris heeft echter niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat heeft geleid tot het indienen van beroep door eiseres. De rechtbank bevestigt dat de staatssecretaris de beslistermijn heeft overschreden en verklaart het beroep gegrond. De rechtbank legt de staatssecretaris een nadere termijn op voor het nemen van een besluit, waarbij zij rekening houdt met de capaciteitsproblemen en de toegenomen instroom van nareisaanvragen. De rechtbank stelt dat in bijzondere gevallen, zoals deze, een langere termijn dan de gebruikelijke twee weken kan worden opgelegd. De rechtbank bepaalt dat de staatssecretaris binnen acht weken na de herstelverzuimbrief van 26 februari 2023 een besluit moet nemen, of binnen twintig weken als er nader onderzoek nodig is. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor haar proceskosten van € 1.046,25.
Voetnoten
2.Dit volgt uit de artikelen 6:2 en 6:12 van de Awb.
3.Dit staat in artikel 2u, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
4.30435, nr. 3.
6.Deze aantallen omvatten blijkens die informatie ook 8 EVRM-zaken bij alleenstaande minderjarige vreemdelingen.
7.Zie, ‘De Staat van Migratie 2022’, juni 2022, p. 106. Zie verder ook: het Jaarverslag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid 2021, 36100 VI, nr. 1, p. 88, en de lijst van vragen en antwoorden over dat Jaarverslag, 36100 VI, nr. 6, p. 44 en 45, vraag 141.
8.19637, nr. 2858.
9.19637, nr. 2914.
10.Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden over de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het jaar 2023, 36200 VI, nr. 12, p. 194 (vraag 412). Zie ook de antwoorden van 14 december 2022 op kamervragen, 2022-2023, nr. 1036.
11.Zie de Meerjaren Productie Prognose (MPP) 2022-2 van september 2022, p. 15 en 17. Zie ook de brief van de staatssecretaris van 4 november 2022, 19637, nr. 3006, p. 3.
14.Dit staat in artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.