Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eisende partij sub 1], handelend voor zichzelf en in haar hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van
[de erflater], te [plaats 1] , [land] ,
[eisende partij sub 2], te [plaats 2] ,
[eisende partij sub 3], te [plaats 2] ,
1.[gedaagde sub 1] , te [plaats 3] ,
[SDJ], te [plaats 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 september 2021, met producties 1 tot en met 40;
- de akte bij aanbrengen, tevens wijziging van eis van 3 november 2021, met producties 41 tot en met 43;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie van 15 december 2021, met producties 1 tot en met 20;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 26 januari 2022, met producties 44 tot en met 49;
- het tussenvonnis van 12 oktober 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald voor een meervoudige kamer;
- de akte overleggen producties van 20 januari 2023 aan de zijde van [gedaagde sub 1] en SDJ, met producties 21 tot en met 24.
2.De feiten
november2017”.
3.Het geschil
in conventie
SDJte bevelen
primairten aanzien van de kavels [IV] en [V] :
- I) een koopovereenkomst te sluiten;
- II) tot levering over te gaan;
- III) een aannemingsovereenkomst aan te bieden;
- IV) een en ander (I t/m III) in overeenstemming met de prijzen uit de contractueel overeengekomen prijslijst van 13 juli 2017;
- V) zich te onthouden van onderhandeling, verkoop of levering aan anderen dan [eisende partij sub 1 c.s.] ; en
- VI) van
- VII) van
- VIII) van
aan te biedenaan de voorkeursgerechtigde op het moment dat hij het voornemen heeft tot verkoop van het object over te gaan (zie ook: gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 augustus 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6966, r.o. 4.5). De rechtbank is van oordeel dat partijen met het begrip ‘voorkeursrecht’ aansluiting hebben gezocht bij de gangbare betekenis. Hierin betrekt de rechtbank dat partijen ervaring hebben met de koop- en verkoop van onroerend goed. [eisende partij sub 1 c.s.] handelen in vastgoed en SDJ is een projectontwikkelaar. Voorts is van belang dat beide partijen zich bij het opstellen van de overeenkomst van 18 mei 2018 (op de achtergrond) hebben laten bijstaan door een notaris. Gelet hierop, is de rechtbank van oordeel dat partijen een voorkeursrecht zijn overeengekomen zoals gebruikelijk in de vastgoedpraktijk.