ECLI:NL:RBDHA:2023:305
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geen overeenkomst op hoofdlijnen; precontractuele fase; geen schadevergoedingsplicht; afbreken onderhandelingen niet onaanvaardbaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 januari 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen DNN B.V. en [de B.V.]. DNN vorderde betaling van een bedrag van € 511.355,56 van [de B.V.], stellende dat er een overeenkomst was gesloten op hoofdlijnen. De rechtbank oordeelde dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen, omdat partijen niet overeenstemming hadden bereikt over essentiële elementen zoals prijs en uitvoering. De rechtbank concludeerde dat DNN niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op het tot stand komen van een overeenkomst, en dat [de B.V.] de onderhandelingen op een aanvaardbare wijze had afgebroken. In reconventie vorderde [de B.V.] verklaring voor recht dat DNN onrechtmatig conservatoir beslag had gelegd. De rechtbank oordeelde dat het beslag onrechtmatig was, omdat de vordering in conventie werd afgewezen. DNN werd aansprakelijk gesteld voor de schade van [de B.V.], die nader moest worden vastgesteld. De proceskosten werden volledig aan DNN opgelegd.