Uitspraak
gevestigd te Breda,
gevestigd te Amsterdam,
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
15 juli 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft Truckom B.V., als rechtsopvolgster van ControlPay B.V., cassatie ingesteld tegen ABN AMRO Bank N.V. naar aanleiding van een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de vraag of ABN AMRO aansprakelijk is voor schade die is ontstaan door het onterecht in beslag nemen van een laptop van een derde partij, [betrokkene 1], door een gerechtsdeurwaarder in het kader van een conservatoir beslag. De laptop was in beslag genomen op verzoek van ABN AMRO, die een vordering had op [betrokkene 1] op basis van een borgstelling. Na de opheffing van het beslag werd de laptop niet teruggegeven aan [betrokkene 1], wat leidde tot de vordering van ControlPay, die zich eigenaar van de laptop achtte, tegen ABN AMRO.
De Hoge Raad oordeelde dat ABN AMRO niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die ControlPay heeft geleden door het verlies van de laptop. De Hoge Raad stelde vast dat de gerechtsdeurwaarder handelde als openbaar ambtenaar en dat ABN AMRO niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de handelingen van de deurwaarder. De Hoge Raad bevestigde dat de risicoaansprakelijkheid van de beslaglegger niet van toepassing is in dit geval, omdat de deurwaarder niet in een ondergeschikte verhouding tot ABN AMRO stond en de beslaglegging niet onrechtmatig was. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van Truckom en veroordeelde haar in de proceskosten.