In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Marokkaanse vreemdeling, was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel van bewaring was op 16 december 2022 opgelegd en eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft het onderzoek op 13 februari 2023 gesloten zonder zitting te houden.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, omdat er zicht op uitzetting naar Marokko bestaat. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht op uitzetting is, maar de rechtbank oordeelt dat de Marokkaanse autoriteiten recentelijk meerdere laissez-passers hebben afgegeven, wat de conclusie ondersteunt dat er wel degelijk zicht op uitzetting is. Eiser heeft ook betoogd dat er geen lichter middel is toegepast, maar de rechtbank stelt vast dat verweerder niet verplicht is om schriftelijk te motiveren waarom geen lichter middel wordt toegepast.
De rechtbank concludeert dat de belangen van de staat bij voortduring van de maatregel zwaarder wegen dan de belangen van eiser bij invrijheidsstelling. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.