In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die op 8 augustus 2022 een opvolgende aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel indiende, kreeg op 30 juni 2023 te horen dat zijn aanvraag als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank oordeelt dat eiser niet voldoet aan het tienjarenbeleid, omdat hij niet voldoende inspanningen heeft verricht om aan zijn vertrekplicht te voldoen. Eiser kan niet terugkeren naar Afghanistan, maar de rechtbank stelt vast dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet naar een ander land kan vertrekken. De rechtbank concludeert dat de tegenwerping van artikel 1(F) van het Vluchtelingenverdrag aan eiser terecht is, waardoor hij uitgesloten is van bescherming onder dit verdrag. Eiser heeft ook een inreisverbod van twee jaar opgelegd gekregen, wat de rechtbank niet in strijd acht met artikel 8 van het EVRM, aangezien zijn vrouw en kinderen in Nederland wonen en hen kunnen bezoeken.
De rechtbank wijst het beroep van eiser af als ongegrond, en stelt dat de afwijzing van de asielaanvraag en het inreisverbod op goede gronden zijn gebaseerd. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 november 2023.