ECLI:NL:RBDHA:2023:20310
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep inzake zicht op uitzetting naar Gambia en maatregel van bewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 december 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van een eiser die de Gambiaanse nationaliteit claimt. De eiser had eerder een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, welke maatregel op 12 oktober 2023 was ingesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het onderzoek op 13 december 2023 gesloten zonder zitting te houden.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het eerdere onderzoek op 25 oktober 2023. De eiser stelt dat er geen zicht is op uitzetting naar Gambia binnen een redelijke termijn, omdat er geen reactie is op zijn aanvraag voor een laissez-passer (lp) en er geen informatie beschikbaar is over het aantal afgegeven lp's door de Gambiaanse autoriteiten. De rechtbank oordeelt echter dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er in zijn geval geen zicht op uitzetting is. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en concludeert dat de eiser zelf medewerking aan zijn vertrek weigert, wat bijdraagt aan het ontbreken van zicht op uitzetting.
Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig is geweest en verklaart het beroep ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.