ECLI:NL:RBDHA:2024:1082
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting naar Gambia
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van een eiser met de Gambiaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 12 oktober 2023, op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en het onderzoek op 23 januari 2023 gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was bevonden en dat de beoordeling van het voortduren van de maatregel alleen betrekking heeft op de periode na het sluiten van het onderzoek op 13 december 2023. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht is op uitzetting naar Gambia, omdat er nog geen laissez-passer (lp) is afgegeven. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er in het algemeen zicht op uitzetting naar Gambia is, en dat eiser niet heeft aangetoond dat dit in zijn geval niet geldt. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser zijn medewerking aan zijn vertrek naar Gambia weigert.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.