Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 28 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de opvolgende asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
Overwegingen
freedom of beliefvalt en evenmin blijkt dat atheïsme niet gezien wordt als het uiten van kritiek op de overheid. Eiser meent dat het tegendeel eerder waar lijkt aangezien de grondwet van Tunesië deel is van de Islamitische Staat. Eiser verwijst naar artikel 5 van de grondwet en het commentaar hierop van Human Rights Watch. [5] Volgens eiser volgt uit dit artikel dat atheïsten geen bescherming kunnen vragen bij de Tunesische overheid. Immers blijkt uit het artikel dat de Tunesische staat dient te werken aan het realiseren van de islamitische waarden. Bestraffing van afvalligen maakt deel uit van de islamitische waarden van de koran en hoeft dus niet in de wetgeving opgenomen te worden. Daarnaast blijkt uit de door verweerder aangehaalde publicatie van Reuters en de door eiser genoemde pagina van Human Rights Watch dat de nieuwe grondwet van Tunesië de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Tunesië ondermijnt. [6] Nergens blijkt uit dat afvallige atheïsten onder de nieuwe omstandigheden de bescherming kunnen inroepen van de Tunesische overheid of de Tunesische rechterlijke macht. Verweerder had, gelet op bovenstaande, reden dienen te zien voor een nieuwe herbeoordeling. Temeer nu de grondwet pas van kracht is geworden na het ambtsbericht van 14 december 2021 [7] , waarop de herbeoordeling van 20 december 2021 is gebaseerd. Evenmin is in dit ambtsbericht rekening gehouden met decreten van 12 februari 2022 en 1 juni 2022.