ECLI:NL:RBDHA:2023:1958
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in Dublin-zaak met Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Soedanese nationaliteit hebbende persoon, in beroep ging tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, genomen op 19 december 2022, hield in dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling werd genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft zijn beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank heeft op 9 februari 2023 de zaak behandeld. Eiser voerde aan dat Italië niet voldeed aan het interstatelijk vertrouwensbeginsel vanwege ernstige tekortkomingen in het opvangsysteem. Hij verwees naar verschillende bronnen, waaronder nieuwsartikelen en uitspraken van andere rechtbanken. De rechtbank oordeelde dat, hoewel Italië in beginsel verantwoordelijk is, eiser niet heeft aangetoond dat er in zijn geval sprake was van een uitzondering op het vertrouwensbeginsel. De rechtbank bevestigde dat verweerder zich terecht op het standpunt stelde dat er een tijdelijk overdrachtsbeletsel was, maar dat dit niet betekende dat het bestreden besluit onrechtmatig was.
De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden van eiser, waaronder zijn vrijwilligerswerk en langdurig verblijf in Nederland, niet voldoende waren om de asielaanvraag onverplicht in behandeling te nemen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd melding gemaakt van de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.