ECLI:NL:RBDHA:2023:18501
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 november 2023, met zaaknummer NL23.25838, werd het beroep van eiseres tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van haar tijdelijke bescherming, die op 4 september 2023 zou eindigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris bevoegd was om de tijdelijke bescherming te beëindigen en dat dit niet in strijd was met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel. De rechtbank oordeelde dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming voor de facultatieve groep derdelanders, waaronder eiseres valt, gerechtvaardigd was en dat er geen sprake was van gelijke gevallen in vergelijking met andere groepen ontheemden. Eiseres had aangevoerd dat haar individuele belangen niet in aanmerking waren genomen, maar de rechtbank oordeelde dat de beëindiging van de bescherming niet onevenredig was en dat de staatssecretaris deugdelijk had gemotiveerd dat het besluit noodzakelijk was om de druk op de opvangcapaciteit te verminderen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees een proceskostenveroordeling af. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.