ECLI:NL:RBDHA:2023:18486
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. H.A. Limonard, heeft beroep aangetekend tegen de beëindiging van zijn tijdelijke bescherming, zoals vastgesteld in het besluit van 17 augustus 2023. De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek om voorlopige voorziening, behandeld op 7 november 2023. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris bevoegd is om de tijdelijke bescherming voor de facultatieve groep, waaronder eiser valt, te beëindigen. Dit besluit is niet in strijd met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel, en de rechtbank maakt de overwegingen uit een eerdere uitspraak van 30 oktober 2023 tot de hare. Eiser's argumenten over het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel worden verworpen, omdat de rechtbank van oordeel is dat er een gerechtvaardigd onderscheid is tussen de verschillende groepen ontheemden. De rechtbank concludeert dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming niet onevenredig is en dat er geen sprake is van vooringenomenheid bij de staatssecretaris. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en zijn er geen proceskosten aan de orde.