ECLI:NL:RBDHA:2023:18470
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander in het bestuursrecht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van 23 augustus 2023, waarbij aan eiseres is medegedeeld dat haar recht op tijdelijke bescherming eindigt op 4 september 2023. De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek tot voorlopige voorziening, op 7 november 2023 behandeld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en overweegt dat verweerder bevoegd is de tijdelijke bescherming voor de facultatieve groep, waaronder eiseres valt, te beëindigen. De rechtbank stelt vast dat de beëindiging niet in strijd is met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel en dat verweerder kan volstaan met de voornemenprocedure zonder individueel gehoor. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat verweerder een ondubbelzinnige toezegging heeft gedaan, waardoor haar beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. De rechtbank oordeelt verder dat er geen sprake is van gelijke gevallen en dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Eiseres heeft niet onderbouwd waarom de inbreuk op haar belangen onevenredig zou zijn. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit deugdelijk is gemotiveerd en dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming niet onevenredig is. De rechtbank wijst het beroep af en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.