ECLI:NL:RBDHA:2023:17299
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 13 november 2023, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiseres, een derdelander uit Oekraïne, had een verzoek ingediend tegen de beëindiging van haar tijdelijke bescherming, die op 4 september 2023 zou eindigen. De rechtbank heeft op 9 november 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiseres als die van verweerder aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris bevoegd is om de tijdelijke bescherming te beëindigen, zoals eerder vastgesteld in een uitspraak van de meervoudige kamer op 30 oktober 2023. De rechtbank stelt vast dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming niet in strijd is met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel, en dat de voornemenprocedure correct is gevolgd. Eiseres' argumenten over het evenredigheidsbeginsel worden verworpen, omdat de rechtbank van mening is dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming gerechtvaardigd is en niet onevenredig is ten opzichte van het doel van de Richtlijn 2001/55/EG. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.