ECLI:NL:RVS:2023:4737
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende tijdelijke bescherming
Op 20 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een besluit ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd bepaald dat haar recht op bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming per 4 september 2023 zou eindigen. Dit besluit volgde op een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die het beroep van de vreemdeling tegen het beëindigen van haar bescherming ongegrond had verklaard.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om haar te behandelen alsof het recht op tijdelijke bescherming nog steeds van toepassing was. De voorzieningenrechter verwees naar een eerdere uitspraak van 1 september 2023, waarin was bepaald dat andere derdelanders uit Oekraïne in Nederland mochten blijven tot er een eindoordeel was over hun tijdelijke bescherming. De vreemdeling viel onder deze groep, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen, aangezien de staatssecretaris al had aangegeven dat deze groep derdelanders in Nederland mocht blijven.
Uiteindelijk werd het verzoek van de vreemdeling afgewezen en werd bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. J.J.W.P. van Gastel, in tegenwoordigheid van griffier mr. N. Tibold, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.