ECLI:NL:RBDHA:2023:16562
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortvarendheid in uitzettingszaken met betrekking tot Marokko
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 31 augustus 2023, op basis van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en het onderzoek op 24 oktober 2023 gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was bevonden in een uitspraak van 22 september 2023. De beoordeling in deze zaak richtte zich op de periode na het sluiten van het onderzoek op 20 september 2023. Eiser voerde aan dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelde in de uitzettingsprocedure naar Marokko. De rechtbank concludeerde echter dat de staatssecretaris wel degelijk stappen had ondernomen, zoals het voeren van een vertrekgesprek en het versturen van een kopie van de identiteitskaart naar de Marokkaanse autoriteiten.
De rechtbank oordeelde dat er voldoende zicht was op uitzetting naar Marokko binnen een redelijke termijn en dat de beroepsgrond van eiser niet slaagde. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier S.D.C.J. Verheezen, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.