In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 12 september 2023 niet in behandeling genomen, omdat Litouwen verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 5 oktober 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigden van eiser en de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, wat betekent dat de staatssecretaris een nieuw besluit moet nemen. De rechtbank legt uit dat de Dublinverordening bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. Eiser heeft tijdens de zitting zijn beroep op artikel 16 van de Dublinverordening laten vallen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser bij terugkeer naar Litouwen niet opnieuw in een situatie terechtkomt die in strijd is met artikel 3 van het EVRM.
De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris niet heeft aangetoond dat de situatie in Litouwen is verbeterd ten opzichte van de periode waarin eiser daar verbleef. Eiser heeft psychische problemen als gevolg van zijn detentie in Litouwen, en de rechtbank concludeert dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met deze omstandigheden. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de proceskosten van eiser worden vergoed.