ECLI:NL:RBDHA:2023:12718
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 24 augustus 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 17 juli 2023 afgewezen, met het argument dat Litouwen verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep, samen met een andere zaak, op 16 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan, wat betekent dat Litouwen zijn internationale verplichtingen jegens eiser zal nakomen. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat er sprake is van systematische tekortkomingen in het asielsysteem van Litouwen. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat er geen fundamentele tekortkomingen zijn en dat de asielaanvraag van eiser in Litouwen in behandeling zal worden genomen. Eiser's argumenten over discriminatie en het risico op indirect refoulement zijn niet onderbouwd met voldoende bewijs.
De rechtbank heeft ook de beroepsgrond van eiser beoordeeld die betrekking heeft op zijn psychische klachten, die hij aan zijn detentie in Litouwen toeschrijft. De rechtbank oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat de overdracht naar Litouwen een reëel risico op een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van zijn gezondheidstoestand met zich meebrengt. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.