Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 15 september 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingewilligd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
Overwegingen
aanmeldgehoor AMV” heeft een leeftijdsschouw plaatsgevonden en is door de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) geconcludeerd dat eiser evident minderjarig is. Desondanks heeft verweerder in het bestreden besluit overwogen dat eisers verklaringen over zijn minderjarige leeftijd ongeloofwaardig worden geacht. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder op goede gronden aanleiding gezien om eiser aan te merken als meerderjarige en oordeelt daartoe als volgt.
aanmeldgehoor AMV” heeft verklaard dat hij in Griekenland heeft opgegeven 22 jaar oud te zijn, heeft eiser aldaar ook een Somalische identiteitskaart overgelegd waaruit dit blijkt. Gelet hierop ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de in Griekenland geregistreerde geboortedatum en heeft verweerder dan ook geen aanleiding hoeven te zien om de minderjarigheid van eiser geloofwaardig te achten. De stelling van eiser dat hij in Griekenland op advies van de mensensmokkelaar heeft verklaard meerderjarig te zijn, maakt dat oordeel niet anders.
Beslissing
- verklaart het beroep, voor zover gericht tegen de verleningsgrond, niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep, voor zover gericht tegen de leeftijdsregistratie, ongegrond.