ECLI:NL:RBDHA:2023:15189
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en overdracht naar Spanje onder de Dublinverordening met betrekking tot medische omstandigheden
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 22 februari 2023 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag. Eiser, van Syrische nationaliteit, heeft beroep ingesteld en stelt dat hij lijdt aan ernstig vaatlijden, wat hem zou beletten om naar Spanje te worden overgedragen. Hij beroept zich op het arrest C.K. tegen Slovenië en stelt dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn medische situatie.
De rechtbank heeft het beroep op 10 augustus 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich voldoende heeft vergewist van de mogelijkheid van overdracht aan Spanje, mits aan bepaalde reisvoorwaarden wordt voldaan. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris op basis van het BMA-advies heeft kunnen concluderen dat de overdracht mogelijk is zonder dat dit een onomkeerbare verslechtering van de gezondheid van eiser met zich meebrengt.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de staatssecretaris om de aanvraag niet in behandeling te nemen in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding voor zijn proceskosten. De rechtbank benadrukt dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is en dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd dat Spanje zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 oktober 2023.