Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De beoordeling
€ 2.506,58 +
die hun gehele jaarrekening(cursivering door rechtbank) moeten publiceren en die niet kunnen volstaan met een beperkte balans als bedoeld in artikel 2:396 lid 7 BW.
Rechtbank Den Haag
In deze civiele zaak tussen B.V. Zand- en Grindhandel Waalwijk (hierna: Waalwijk) en Zwammerdam Grond en Wegen B.V. (hierna: Zwammerdam) gaat het om een geschil over de betaling van facturen voor geleverde split. Waalwijk heeft aan Zwammerdam een partij split geleverd voor een bedrag van € 23.989,91, maar Zwammerdam beroept zich op verrekening en opschorting, stellende dat Waalwijk niet tijdig heeft geleverd en dat het geleverde product gebrekkig is. De rechtbank heeft op 20 september 2023 vonnis gewezen in deze zaak.
De rechtbank oordeelt dat er geen fatale termijn is overeengekomen voor de levering van het split. Hoewel Zwammerdam stelt dat de levering uiterlijk op 20 september 2021 had moeten plaatsvinden, blijkt uit de correspondentie dat Waalwijk niet kon garanderen dat de levering op die datum zou plaatsvinden. De rechtbank concludeert dat Waalwijk niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
Daarnaast heeft Zwammerdam gesteld dat het geleverde split gebrekkig was, maar de rechtbank oordeelt dat niet is komen vast te staan dat het product niet aan de overeenkomst voldeed. De deskundige heeft weliswaar geconstateerd dat er mogelijke oorzaken zijn voor het loslaten van de steenslag, maar heeft niet kunnen vaststellen dat het geleverde product ongeschikt was. De rechtbank wijst de vorderingen van Zwammerdam in reconventie af en oordeelt dat Zwammerdam het bedrag van € 23.989,91 aan Waalwijk verschuldigd is, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.