ECLI:NL:RBDHA:2023:13683
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een handhavingsverzoek inzake het verwijderen van wortelstammen en herplanting van bomen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 13 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen de kennelijk niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar beoordeeld. Eiser had een handhavingsverzoek ingediend om wortelstammen te verwijderen en om herplanting van bomen te verzoeken. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft dit verzoek afgewezen met een besluit van 22 juli 2020. Het bezwaar van eiser werd op 12 juli 2021 kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, waarop eiser in beroep ging.
De rechtbank heeft op 22 augustus 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiser stelde dat de gemeente niet adequaat had gereageerd op zijn verzoek en dat hij procesbelang had, omdat de herplanting niet correct was uitgevoerd. De rechtbank oordeelt dat eiser belang heeft bij een beoordeling van zijn bezwaar, omdat de gemeente niet alle gekapte bomen heeft vervangen en in plaats daarvan struiken heeft geplant.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en dat eiser ten onrechte niet is gehoord. Het beroep is gegrond, het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder moet een nieuw besluit nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet verweerder het griffierecht en proceskosten aan eiser vergoeden.