ECLI:NL:RBDHA:2022:4641
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake omgevingsvergunning voor kap van populieren
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de niet-ontvankelijkheid van een beroep tegen een omgevingsvergunning voor het kappen van 49 populieren in stadsdeel Escamp, wijk Moerwijk in Den Haag. Eiser, een inwoner van Den Haag, had bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning door het College van burgemeester en wethouders van Den Haag. De rechtbank oordeelde dat er geen procesbelang meer was voor eiser, aangezien de bomen inmiddels gekapt waren. Dit betekende dat het beoogde doel van het beroep, het voorkomen van de kap, niet meer te verwezenlijken was.
De rechtbank behandelde ook de bezwaren van eiser met betrekking tot de herplantplicht die aan de vergunning was verbonden. Eiser stelde dat er geen herplant had plaatsgevonden en dat de bomen niet gekapt hadden moeten worden vanwege hun slechte conditie, maar om te voldoen aan de vraag naar brandstof voor biomassacentrales. De rechtbank concludeerde echter dat de herplant inmiddels had plaatsgevonden en dat de wijze van uitvoering van de herplantplicht een handhavingskwestie betrof. Eiser had geen belang bij een oordeel van de rechtbank over de omgevingsvergunning zelf, omdat zijn bezwaren betrekking hadden op de handhaving van de herplantplicht.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk, omdat er geen procesbelang meer was. De rechtbank kwam niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van de zaak, waaronder de vraag of het besluit zorgvuldig was voorbereid. De uitspraak werd gedaan door mr. S.J. Huizenga, in aanwezigheid van mr. M. Klaus, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 9 mei 2022.