2.1Eiseres is in 2015 is uitgehuwelijkt door haar vader aan een lid van de [naam 1] (familie van de Taliban). De broer van eiseres woont rechtmatig in Nederland en hij heeft na de dood van hun vader in 2017 op afstand de verloving van eiseres kunnen verbreken. Na de overname door de Taliban in 2021 is de verbreking van de verloving van eiseres echter onwettig verklaard door de Taliban, waarna eiseres is bedreigd, mishandeld en getraumatiseerd door de familie van de [naam 1] . Met het Duitse visum is zij daarom naar Nederland gevlucht. Als gevolg van deze gebeurtenissen in Afghanistan heeft eiseres ernstige psychische klachten ontwikkeld. Eiseres stelt afhankelijk te zijn van haar broer in Nederland en zij krijgt in Nederland behandeling voor haar psychische klachten.
3. Verweerder heeft na de zienswijze aan het BMAgevraagd een medisch advies uit te brengen. De BMA-arts concludeert het volgende:
“Uit de informatie van de behandelend psycholoog komt naar voren dat bij betrokkene sprake is van PTSS met dissociatieve symptomen. (Dissociatie is een beschermingsmechanisme dat je in staat stelt om nare ervaringen en de herinneringen daaraan te ontlopen. Hersenfuncties zoals het geheugen of emoties worden tijdelijk uitgeschakeld waardoor het bewustzijn verandert).
Zij heeft klachten van extreme angst, slaapstoornissen, nachtmerries, verlies van eetlust, depressieve symptomen, ademhalingsproblemen, pijn in haar linkerhand na een zenuw-
inzinking, pijn over de helft van haar gezicht en hoofdpijn. Betrokkene heeft ook last van extreme vermoeidheid, waardoor zij moeite heeft met lopen en lijdt aan geheugenverlies. In 2018 heeft betrokkene een zelfmoordpoging gedaan. De GZ-psycholoog heeft betrokkene geadviseerd om een psychiater te zoeken om te beoordelen of medicatie haar symptomen kan verlichten. Tevens heeft de GZ-psycholoog betrokkene aanbevolen om te starten met psychotherapie.”
Uit het BMA-advies volgt dat eiseres onder medische behandeling staat van een GZ-psycholoog. Op de vraag of eiseres kan reizen in het kader van de overdracht, antwoordt de BMA-arts dat dit enkel kan als er voorafgaand aan de reis begeleiding en een fysieke overdracht is geregeld:
“Gezien de ernst van de PTSS klachten van betrokkene en de zelfmoordpoging in het verleden is het van belang dat betrokkene tijdens de reis wordt begeleid door een sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
Daarbij is het van belang dat zij direct na de reis fysiek wordt overgedragen aan een psychiater die de situatie van betrokkene op dat moment kan beoordelen, het risico op suïcide kan inschatten en betrokkene zo nodig direct kan doorsturen voor (psychiatrische) behandeling. Deze fysieke overdracht kan plaatsvinden op het vliegveld of in een psychiatrische instelling.
Aanbevolen wordt, dat betrokkene een schriftelijke overdracht van de medische gegevens meeneemt (zoals bijvoorbeeld een ingevuld Europees Medisch Paspoort). Als betrokkene medicatie krijgt voorgeschreven wordt aanbevolen om de medicatie te continueren
tijdens de reis en om voldoende medicatie mee te nemen om de periode van de reis te overbruggen.
Een fysieke overdracht direct na de reis door de sociaal psychiatrisch verpleegkundige aan een psychiater is geïndiceerd vanwege de ernst van de PTSS klachten met het risico op
suïcidaliteit. Dit kan plaatsvinden op het vliegveld of in een psychiatrische instelling.”
4. Verweerder heeft het bestreden besluit gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw); daarin is bepaald dat een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd niet in behandeling wordt genomen indien op grond van de Dublinverordeningis vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. In dit geval heeft Nederland op 21 april 2023 bij Duitsland een verzoek om overname gedaan. Duitsland is hier op 26 april 2023 mee akkoord gegaan, waardoor de verantwoordelijkheid van Duitsland vaststaat.