In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 23 juni 2023 afgewezen, omdat hij Bulgarije verantwoordelijk achtte voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris nader onderzoek moet doen naar de situatie in Bulgarije voor Dublinclaimanten, aangezien er aanwijzingen zijn dat er pushbacks plaatsvinden die de veiligheid van deze groep in gevaar kunnen brengen.
De rechtbank stelt vast dat de Europese Unie regelgeving heeft omtrent de behandeling van asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. De Staatssecretaris kan een asielaanvraag niet in behandeling nemen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. Eiser betwist echter dat Bulgarije veilig is voor Dublinclaimanten, verwijzend naar het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de risico's van pushbacks. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris onvoldoende heeft aangetoond dat de situatie in Bulgarije veilig is voor deze groep, en dat er een fundamentele systeemfout in de asielprocedure van Bulgarije bestaat.
De rechtbank vernietigt het besluit van de Staatssecretaris en draagt hem op om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.674,-. De uitspraak is openbaar gemaakt op 28 juli 2023.