ECLI:NL:RBDHA:2023:11449

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 augustus 2023
Publicatiedatum
2 augustus 2023
Zaaknummer
C 09-23-80 en C 09-23-81
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en ingangsdatum van de regeling

In deze zaak hebben verzoekers, die zich in een problematische schuldensituatie bevinden, een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft op 1 augustus 2023 uitspraak gedaan en het verzoek tot toelating tot de WSNP toegewezen. Verzoekers hebben ook verzocht om de looptijd van de WSNP te verkorten met achttien maanden, maar dit verzoek is niet volledig toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers voldoen aan de eisen voor toelating tot de WSNP, waaronder de eis dat zij te goeder trouw zijn geweest bij het ontstaan van hun schulden en dat zij aan de verplichtingen van de WSNP zullen voldoen.

De rechtbank heeft verder uitgelegd dat de ingangsdatum van de WSNP, volgens artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet, begint op de dag van de uitspraak tot toepassing van de WSNP of op de dag van de eerste aflossing in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling, indien deze eerder is. Verzoekers hebben verzocht om een eerdere ingangsdatum, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit verzoek niet kan worden toegewezen, omdat niet aan de voorwaarden voor een eerdere ingangsdatum is voldaan. De rechtbank heeft uiteindelijk de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 1 juli 2023, één maand vóór de uitspraak.

De rechtbank heeft ook de bewindvoerder benoemd en de verplichtingen van verzoekers tijdens de WSNP uiteengezet. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft benadrukt dat indien de verplichtingen niet correct worden nagekomen, dit kan leiden tot een verlenging of beëindiging van de WSNP zonder schone lei.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/23/80 R & C/09/23/81 R
vonnis van 1 augustus 2023(bij vervroeging)
op het verzoek van:
[Verzoeker]
en
[Verzoekster],
beiden wonende te [woonplaats].
Waar deze zaak over gaat
[Verzoekers] bevinden zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor hun schulden te komen hebben zij een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. Ook hebben zij verzocht de looptijd van de WSNP te verkorten met achttien maanden. Dat verzoek wordt niet (volledig) toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1. [
Verzoekers] hebben een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 25 juli 2023. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoekers] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- [Verzoeker],
- [Verzoekster],
- [A], schuldhulpverlener van Noordzij Bewindvoerders,
- [B], beschermingsbewindvoerder bij Noordzij Beschermingsbewind.

2.De beoordeling van het verzoek

Het WSNP-verzoek

2.1. [
Verzoekers] kunnen alleen worden toegelaten tot de WSNP als zij zich in een problematische schuldensituatie bevinden en zij te goeder trouw waren bij het ontstaan en onbetaald laten van hun schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoekers] aan de verplichtingen van de WSNP zullen voldoen.
2.2. [
Verzoekers] voldoen aan alle eisen en worden toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan [verzoekers] tijdens de WSNP moeten voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtsverplichting.
2.4.
De wet schrijft voor dat de eerste 13 maanden van het traject een postblokkade geldt. Dat betekent dat gedurende die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoekers].
2.5.
Het WSNP-traject duurt in principe 18 maanden. Als [verzoekers] zich gedurende die periode houden aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die 18 maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoekers] kunnen verhalen.
De ingangsdatum
2.6.
Artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt sinds 1 juli 2023 dat de termijn van de WSNP begint te lopen (ingaat) op de dag van de uitspraak tot de toepassing van de WSNP, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling indien die dag eerder is gelegen.
2.7. [
Verzoekers] verzoeken de looptijd van de WSNP te verkorten met achttien maanden. Mede gelet op hetgeen ter terechtzitting is besproken, begrijpt de rechtbank dit als een verzoek om de ingangsdatum te bepalen op de datum 18 maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis. [Verzoekers] hebben met verschillende schuldhulpverleners te maken gehad en hebben de afgelopen jaren uit hun inkomsten een bedrag van € 3.596,90 bij elkaar gebracht.
2.8.
De rechtbank neemt bij de beoordeling van dit verzoek om een eerdere ingangsdatum
– en daarmee bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling – onder meer het volgende tot uitgangspunt: (1) aflossen is maximaal aflossen, (2) de hoogte van de aflossing wordt vastgesteld aan de hand van het vrij te laten bedrag (Vtlb) zoals berekend met de Vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is en (3) invulling van de inspanningsplicht zoals in de WSNP. [1]
2.9.
Een eerdere ingangsdatum (een ingangsdatum vóór de dag van de WSNP-uitspraak) betekent dat vanaf die eerdere datum de WSNP-regeling met de daaraan verbonden WSNP-verplichtingen gaat gelden. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de netto inkomsten van een schuldenaar en het Vtlb aan de boedel moet worden afgedragen, ofwel – in termen van de wetgever – wordt afgelost. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus achtereenvolgend maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen netto inkomsten en het Vtlb. In de situatie van [verzoekers] is dat niet het geval, omdat een deel van de inkomsten van [verzoekers] aan één of meer beslagleggers is toegekomen. Daardoor is een deel van de inkomsten ten goede gekomen aan de beslag leggende schuldeiser(s). In de WSNP daarentegen geldt dat op het vermogen van de schuldenaar een algemeen beslag komt te rusten ten behoeve van
alleschuldeisers en dat afdrachten volgens de daarvoor geldende wettelijke regels onder alle schuldeisers worden verdeeld.
2.10.
Het vorenstaande betekent de rechtbank bij het bepalen van een eerdere ingangsdatum niet zal uitgaan van de verzochte 18 maanden.
2.11.
De rechtbank neemt verders het volgende in aanmerking. De mogelijkheid om een eerdere ingangsdatum te bepalen is een voortvloeisel van een tijdens de parlementaire behandeling ingediend — en aangenomen — amendement. In de toelichting daarop wordt onder meer het volgende vermeld: “
(…) Op dit moment is het zo geregeld dat de aflosperiode in de Wsnp pas(ingaat; rb.)
vanaf het moment dat de rechter uitspraak doet. Dit terwijl mensen met problematische schulden dan soms al vele maanden tot zelfs ruim een jaar aan het aflossen zijn. Deze extra aflossingen hebben geen effect op het bedrag of de duur van de schuldsaneringsregeling die de rechter uitspreekt. De indiener is van mening dat dit ongewenst is en om die reden regelt dit amendement dat de termijn van de schuldsaneringsregeling start vanaf het moment dat de eerste aflossing is gedaan in het kader van de gemeentelijke schuldhulpverlening. [2]
2.12.
De rechtbank leidt hieruit af dat de wetgever bij een volledig schuldsaneringstraject (dus het minnelijk traject én het wettelijke traject) een aflosperiode van 18 maanden tot uitgangspunt neemt.
2.13.
De rechtbank stelt vast dat het door [verzoekers] in het minnelijk traject gespaarde bedrag (€ 3.596,90) overeenkomt met een bedrag dat in één – aan de zitting voorgaande – maand had kunnen worden afgelost (inkomsten minus Vtlb in juni 2023 = € 2.525,39 [3] ). Het bedrag dat in de maand mei 2023 had moeten worden afgelost (€ 2.389,94 plus vakantiegeld), kan niet worden voldaan met het restant van het bij elkaar gebrachte bedrag (€ 3.596,90 minus € 2.525,39). De rechtbank zal daarom de ingangsdatum bepalen op de datum die één maand vóór dit vonnis is gelegen, dus op 1 juli 2023.
2.14.
De rechtbank merkt tenslotte in dit verband nog wel op dat indien het bedrag van
€ 3.596,90 niet op korte termijn op de boedelrekening wordt gestort, er een boedelachterstand ontstaat en dit tot gevolg kan hebben dat de WSNP-regeling wordt verlengd of zelfs voortijdig — zonder schone lei — kan worden beëindigd. Dit kan ook het geval zijn indien komt vast te staan dat vanaf de ingangsdatum andere WSNP-verplichtingen niet (correct) zijn nagekomen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt
met ingang van 1 juli 2023de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[Verzoeker],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres, postcode, woonplaats];
en
[Verzoekster],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
verblijvend aan de [adres, postcode, verblijfplaats];
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. R. Cats en tot bewindvoerder:
E.A. de Snoo (Van der Linden c.s. B.V.),
Postbus 187,
3330 AD Zwijndrecht;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende 13 maanden de post van [verzoekers] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. R. Cats, rechter, in samenwerking met N.B.H. Doorneveld, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2023.

Voetnoten

1.Zie ook: Bijlage III bij Het vanaf 1 juli 2023 geldende Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken: Landelijk uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling, onder 5.3.6.
2.Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 35 915, nr. 29 & overzicht van de stemmingen in de Tweede Kamer (brief d.d. 24 januari 2023 aan de leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid).
3.Productie van verzoekers ter terechtzitting overgelegd: “Saldo overzicht boedelactief”.